Intro:
We zetten de West-Vlaamse asfalttocht over GR 131 verder. Voor onze derde wandeletappe voert die ons in een wijde bocht rond Torhout. Onderweg zorgen twee kasteeldomeinen voor wat broodnodige afleiding in het afstompende verloop van de tocht.
Reis informatie:
Via de NMBS website stippelden we een mooi reisschemaatje uit om van Antwerpen naar Torhout te sporen. Vandaar hadden we een belbusje nodig om ons naar het vertrekpunt van de wandeling te brengen. We belden de centrale op met opgave van ons aankomstuur in Torhout. Coördinatie tussen trein en bus hebben onze vervoersmaatschappijen allang uit hun takenpakket geschrapt en dus weet men ons doodleuk te vertellen dat het toch wel jammer is dat ons busje net 8 minuten voor aankomst van de trein vertrekt. Dat wordt in Torhout bijna een vol uur wachten op het volgende busje.
We dachten dat een klein uur wachttijd toch wel wat overdreven was, maar als puntje bij paaltje kwam hadden we nog geluk dat die wachttijd er was. De treinreis naar Torhout verliep immers helemaal niet zoals de NMBS ze ons voorgespiegeld had. Het liep fout toen we in Gent Sint-Pieters moesten overstappen op de trein naar De Panne. Die had al van bij het vertrek een ruime vertraging en daardoor zouden we in Lichtervelde onze aansluiting naar Torhout zeker missen. Toen we dat aan de kaartjesknipper signaleerden bleken we niet alleen te zijn. Hoe ze het doen weten we niet, maar de man wist ons na een paar telefoontjes te vertellen dat er in Lichtervelde uitzonderlijk een normaal doorrijdende trein zou stoppen, en die zou ons meenemen naar Roeselare. Van Roeselare konden we dan een trein nemen naar Brugge die ons in Torhout kon afzetten. We hebben die ochtend zowat half West-Vlaanderen doorkruist en van onze 52 minuten wachttijd voor de belbus bleven er uiteindelijk nog 12 over.
De belbus die we reserveerden had lijnnummer 79 en die bracht ons in een tiental minuten naar de halte Sasputstraat in het Ruddervoordse gehucht Baliebrugge.
De terugreis verliep een stuk vlotter. We reserveerden belbus 56 die ons vanaf halte Meerlaanstraat (Kortemark) naar T
orhout station bracht. Vandaar ging het via Brugge en Gent naar Antwerpen.
Large map
(de getoonde track is een momentopname en kan ondertussen al gewijzigd zijn; op www.groteroutepaden.be is altijd de recentste en meest bijgewerkte versie te vinden)
De wandeling:
Net zoals de twee vorige tochten op het GR 131 traject werd ook dit geen hoogvlieger. Het duurde bijna 12 kilometer voor we een eerste stukje onverhard wandelpad mochten tegenkomen. Van pure ontroering begonnen we de grond te kussen.
We kunnen ons nauwelijks voorstellen dat het in die streek niet mogelijk is om nog onverharde wandelpaden te vinden. Ofwel hebben de ontwerpers van onze wandelroute hun werk niet goed gedaan, ofwel is het in deze streken huilen met de pet op. Als we daar nu zouden wonen, en we lazen deze woorden, dan zouden we ons ferm in onze ‘streek’ eer gekrenkt voelen, om niet te zeggen in ons gat gebeten. We zouden in onze dorpen en gemeenten de koppen bij mekaar steken en hard beginnen zoeken naar wandelwegen die het tegendeel kunnen bewijzen. En als zou blijken dat die er echt niet meer zijn, dan gingen we op zoek naar vergeten paden en probeerden die terug tot leven te wekken.
Het besef dat er in je eigen dorp of gemeente geen enkele manier meer is om nog onverhard je grondgebied te doorkruisen is zonder meer verstikkend. Het duidt op een compleet verharde wereld (letterlijk en figuurlijk) en dat is geen prettige gedachte.
(klik op de foto voor meer beelden op Picasa)
We staan met onze kritiek op dat verharde Vlaanderen zeker niet alleen. Michiel Hendryckx gaf er laatst in zijn ‘Altijd Ergens’ rubriek in De Standaard Weekend nog een ferme lap op. Hij gaf commentaar bij wat hij allemaal had moeten doen om vanaf een kerkwegel een idyllische dorpsfoto te maken. « … Kerkwegels dateren van toen men op de buiten op zondag nog te voet naar de kerk ging. Met het verdwijnen van de kerkgang en de komst van de auto zijn ze hun nut kwijtgeraakt. Vaak overwoekerd, vergeten of onrechtmatig ingepalmd door hebzuchtige villabewoners. » En verder in het artikel gaat hij op hetzelfde elan verder: » Zoals overal in Vlaanderen eindigt ook hier de kerkwegel in een verkaveling. Het is zaterdag en op drie opritten krijgt de 4×4 een beurt met de hogedrukreiniger. Twee keer moet ik op mijn stappen terugkomen, loop ik vast in een doodlopende straat. In bijna iedere tuin slaat een onzichtbare hond aan, wantrouwig komt men kijken naar de vreemdeling. Een straat lijkt een tunnel. Aan weerszijden alleen donkergroene hagen, zeker vier meter hoog. Het scheren moet een helse karwei zijn. Niets houdt de oprukkende privacy-obsessie tegen. De kieren in een houten afsluiting zijn met repen schuimrubber gedicht. Nu kan ik het gluren niet meer laten. Peuter voorzichtig een gaatje en tel tien grote witte vrouwenonderbroeken aan de waslijn. » Schouderophalende humor om het toch nog een beetje draaglijk te maken.
Onze tocht sleept zich door een fantasieloos landschap. Overal bebouwing. De enige twee lichtpunten zijn de kasteeldomeinen van Aartrijke en Wijnendale. Een paar mooie zichten, een nog intacte dreef, wat parkgroen, een stukje bos, oases in de verharde landschappen waar we door trekken.
We eindigen de tocht zoals we hem begonnen zijn: bij een belbushalte op een steenweg. Troosteloze plekken waar zelden of nooit iemand moet opgepikt worden. Vanuit de voorbijrijdende auto’s worden we inderdaad wantrouwig bekeken.