Intro:
Een rustige wandeling door een bij uitstek landelijk gebied.
Een paar uitschieters zoals de mooie dorpspleinen en kerken van Lotenhulle en Aarsele, het kasteel van Poeke, en het plots oplopende landschap naar Aarsele toe. Voor het overige jammer genoeg veel te veel asfalt.
Met de (saaie) aanlooproute vanaf het station van Aalter is dit een wandeletappe van toch alweer 22 km.
Heen en terug:
Aalter is makkelijk te bereiken met de trein vanuit Brussel, Antwerpen, Gent …
In Aarsele ben je aangewezen op de bus. Er passeert een reguliere buslijn, maar het aantal ritten is erg beperkt. Het eenvoudigst is beroep te doen op de belbus nr. 77 die je in ongeveer 15 minuten naar het station van Tielt brengt. Vanuit Tielt gaan er regelmatige treinen naar Gent en Brussel.
De wandeling:
We besloten nog eens verder te stappen op de GR 129 route en reisden daarvoor naar Aalter.
De verwachtingen waren niet erg hoog gespannen. We verwachtten een landelijk gebied met nogal wat verharde wegen en dat werd op het terrein ook effectief bevestigd.
Het traject van deze wandeling flirt de ganse tijd met de provinciegrens tussen Oost- en West-Vlaanderen.
We starten aan het treinstation van Aalter vanwaar we eerst de saaie aanlooproute van goed 4 km. naar het aansluitpunt met de GR 129 tussen kilometerpunten 14 en 15 moeten lopen.
Kort nadat we de witrode tekens oppikken komen we terecht op een mooie veldweg die ons naar de Schoonberghoeve voert. Toch even opletten hier voor wie zich niet erg zeker voelt in het gezelschap van loslopende honden. Een nogal vervaarlijk grommende waakhond loopt zomaar vanuit het erf de weg op en maakt je duidelijk dat je niet erg gewenst bent. Een baasje kregen we niet te zien zodat die ook niet kon uitpakken met het klassieke maar nooit erg geruststellende ‘niet bang zijn, hij doet niks hoor!‘ Blaffende honden bijten niet, maar geldt dat ook voor grommende? We nemen liever niet de proef op de som en laten iedereen het zijne denken over de allesbehalve mensvriendelijke bewoners. We stapten vlug door en liepen wat verder de provincie West-Vlaanderen in om via asfaltwegen uiteindelijk op de N37 Aalter – Ruiselede terecht te komen.
Net voor deze drukke steenweg zijn de GR tekens nogal onduidelijk. Wij liepen via de asfaltweg tot bij de N37 en moesten daar even de (droogstaande) beek oversteken om op de verkeersweg te komen. Blijkbaar misten we een onopvallende aardeweg naast een plantenkwekerij die eveneens naar de verkeersweg leidt, maar dan zonder de beek te moeten overspringen.
Bij het oversteken van de steenweg lopen we terug Oost-Vlaanderen in en gaat het over uitsluitend asfalt richting Lotenhulle. Op een bepaald moment passeren we een boerderij waar boven aan een viertal houten palen zwarte vogelvleugels wapperen. Het is een nogal luguber zicht, maar misschien bedoeld als vogelverschrikkers die ergens op een veld kunnen geplaatst worden. Alleszins ook een eigenaardige inleiding voor een landbouwleerpad dat op het vervolg van ons traject met informatieborden probeert wat goodwill te creëren voor de talrijke agrarische bedrijven in de streek. Positief is dat hier heel wat koeien buiten grazen. Meestal zijn het erg stoere exemplaren wat er op wijst dat ze voor de vleesproductie bestemd zijn. Alleszins liever een biefstukje van zo’n beest op ons bord, dan een waterachtig smakeloos lapje van een exemplaar dat nooit zijn stalbox verliet (alhoewel je nooit weet wat ze met die wetenschappelijke kweekmethoden allemaal kunnen bereiken).
Via de buitenrand van Lotenhulle komen we bij de ingang van het kasteelpark van Poeke. Het centrum van Lotenhulle ligt een paar honderd meter buiten de GR route, maar het is de moeite om er even naartoe te lopen. Er zijn niet alleen een paar gelegenheden waar een pitstop kan gemaakt worden, maar er is ook het mooie dorpsplein met de Heilig Kruiskerk die teruggaat tot de 12de eeuw. Bij de meeste kerken is van dat verste verleden meestal niets meer te bespeuren, maar hier is dat wel het geval. De merkwaardige achthoekige romaanse toren is nog oorspronkelijk en geeft een ‘special touch’ aan het geheel.
Een pitstop zat er voor ons echter niet in. Het was een maandag en dan blazen de plaatselijke neringdoeners graag ook eens een dagje uit.
We keren dan maar terug naar de GR 129 route en lopen het kasteelpark van Poeke in. Het park is een pracht van een groene boomoase in deze landbouwstreek, en het kasteel zelf met de bijhorende vijver zal niemand onberoerd laten. Wat ons betreft is het vooral de combinatie van het zonlicht met de lichtroze tinten en de sierlijke torentjes die ons halt deed houden en onze bewondering wekte.
Nog ongeveer 7,5 km. te gaan tot het geplande eindpunt in Aarsele, tijd dus om de belbus te reserveren.
We stappen terug de velden in en lopen nu op de Artemeersmolen af. Het is de enige waar we langs lopen op deze tocht, maar op de kaart zien we dat er zich in de buurt wel meerdere molens bevinden. De streek heeft haar naam ‘Molenland’ niet gestolen. De molen ligt op de provinciegrens en even verder stappen we terug West-Vlaanderen in.
Vanaf de molen zien we in de verte Aarsele al liggen. Tot nu toe was de streek nagenoeg vlak met hoogteverschillen van hooguit enkele meters. Naar Aarsele toe zien we het reliëf beduidend oplopen wat meteen het einde betekent van het vlakke landschap dat we al sinds Brugge aan het doorkruisen zijn. Het is de moeite om af en toe eens om te kijken en langzaamaan een uitzicht te krijgen over de streek. Het gaat over amper 10 à 20 m. hoogteverschil, maar het is wel erg merkbaar.
In Aarsele beëindigen we deze wandeletappe bij het pleintje achter de kerk. Er wordt druk petanque gespeeld en spelcommentaar geleverd. Aan de andere kant van de kerk vinden we een geopende taverne en kunnen we op het buitenterras uitblazen terwijl we rustig op de belbus wachten.